-->







DYLAN LEBLANC @ HNITA, HEIST O/D BERG - 05/09/24

Het was een bijzonder blij weerzien met Dylan LeBlanc, nadat hij ons vijf jaar geleden geweldig wist te bekoren als opener in de grote Blue Moon tent op het helaas ter ziele gegaan Once In A Blue Moon festival in Amsterdam. Zo vroeg op de dag wist hij moeiteloos de aandacht te trekken van de binnenlopende festivalgangers. De beklijvende songs, het heerlijk gitaarspel en de stem van de Louisiana boy blijven tot vandaag nazinderen in ons muzikale geheugen. Vanavond heeft de HNITA Jazz Club in Heist o/d Berg de eer en het genoegen om Dylan LeBlanc te verwelkomen op zijn Europese tournee en zijn pijlen troffen weer doel, net als op de hoes van zijn laatste album “Coyote”. 

Al sinds 2010 timmert Dylan LeBlanc met succes aan de Americana highway. Als twintigjarige werd hij met zijn schitterende debuutalbum “Paupers Field” recht de hemel ingeprezen en Emmylou Harris leende maar al te graag haar backing vocals op de hartbrekende liefdesballade “If The Creek Don’t Rise”. Voor de media leek er al een nieuwe Neil Young geboren, maar de amper twintigjarige LeBlanc kon niet bevestigen, bezweek onder de druk, verloor zich in drankmisbruik en de opvolger “Cast the Same Old Shadow” werd allesbehalve enthousiast onthaald. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan. Dylan LeBlanc groeide bijna letterlijk op tussen gitaren, versterkers en mix consoles, met een vader James, die als professionele country songwriter en multi-instrumentale sessiemuzikant actief was in de gerenommeerde FAME Studios in Muscle Shoals, Alabama en daarbij zoonlief nog mee troonde naar zijn shows als solo artiest. Als paplepel kan dit tellen en dat Dylan uit vaders goede LeBlanc hout gesneden was, werd duidelijk op “Cautionary Tales” om tot volledige ontbolstering te komen op zijn topalbum, het door één van Nashville’s grootheden, Dave Cobb geproducete, steviger rockende “Renegade”. 

Op zijn vijfde album, “Coyote”, horen we opnieuw een Dylan LeBlanc op het top van zijn kunnen, die als songwriter, producer, gitarist en zanger, je steeds naar de keel grijpt met zijn aangrijpende falsetto stem en dit op een stijlvol album waar Americana hoogtij viert, maar waar er ook plaats is voor blues en Southern rock invloeden. Dat dit een hemelse opening creëert op zijn live concerten konden we vanavond zelf aan den lijve ondervinden met maar liefst zes songs die geplukt werden uit “Coyote”. Ook tekstueel is LeBlanc een topper met suggestieve teksten zoals in de dromerige, weemoedige opener “Dark Waters”, waar hij wegvlucht van donkere  tijden van drankmisbruik toen even van het juiste pad afdwaalde. De zwaarmoedige opvolger “Closin’ In”, over het verlies van een dierbaar iemand, bevestigt dit enkel met de woorden “Do I Break or do I Mend, This Alcohol and Vicodin can’t stop the Wall from closin’ in” en het gouden oudje uit zijn debuutalbum “If The Creek Don’t Rise”, legt, zelfs zonder Emmylou, een warm dekentje rond ons op deze al zwoele avond. 

Ondertussen was de akoestische gitaar al ingeruild voor een elektrisch exemplaar en krijgen we de eerste flitsen te zien van Dylan’s geniaal gitaarwerk in het bluesy “Look How Far We’ve Come”, om op te bouwen naar het eerste knallend vuurwerk in “Bang, Bang, Bang”, over het wapengeweld dat zich afspeelt in het New Orleans van de jaren zestig. Het is zalig genieten van gierende gitaarsolo’s en duels tussen Dylan en zijn even virtuoze sologitarist, bij wie de lekkere Belgische bieren een eeuwige smile op zijn gezicht lijken te toveren. 

De absolute hoogtepunten liggen verder in de set, met een bijzonder bijtende versie van “Hate”, met twee naast elkaar, zwaar op het ritme beukende elektrische gitaren en een meesterlijke psychedelische gitaarsolo van de master Dylan LeBlanc himself, terwijl de titeltrack van het album “Coyote” wordt gehuld in Zuiders klinkende sferen, met een Mexicaans getokkelde, akoestische intro, om dan lijzig en bluesy voort te schuifelen als een gringo onder een broeierige woestijnzon. Met een scherp West-Coast rockend “Renegade” wordt de reguliere set afgesloten en in de ultieme afsluiter en enige bis van de set, “Cautionary Tale”, weet LeBlanc ons nogmaals te verbazen in veelzijdigheid door de song in te leiden met een nooit vervelende, uitgesponnen en geniaal jazzy klinkende gitaar intro, die ons tegelijkertijd op een wolkje naar de bandvoorstelling leidt.

Als aftrap voor het herfstseizoen in de gezellige HNITA kon dit vijf sterren concert met een Dylan LeBlanc op het scherpst van de snee alvast tellen. Met bijna vijftien jaar podiumervaring en vijf albums achter de kiezen heeft dit toptalent ervaring zat en is het enkel uitkijken naar een even schitterende opvolger voor “Coyote”. “Let Santa Muerte Take My Soul” scandeert hij in de titeltrack, maar toch maar even uitstellen Dylan. Wij willen meer!

Yvo Zels   

Foto © Yvo Zels